‘Het corso is altijd een feestje’

Ik doe iets goeds Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: een schuit versieren voor het varend corso.

Foto Folkert Koelewijn

In een gebloemd shirt stapt ze van de platte schuit die tussen de grijze loodsen van Trade Park Westland ligt. Bloemstylist Marloes Joore (44) is dit jaar gevraagd het laatste schip van het Varend Corso op te tuigen. „Wij geven een hint naar het thema van de volgende editie, als het corso 25 jaar bestaat.”

Collega’s Kees Schuitemaker en Ada Cupido – ook freelancers in de bloemen – vroeg ze om hulp. Druk kletsend steken ze chrysanten tussen rietpluimen en ander groen. Gisteren hebben ze oasis (steekschuim) en koffers aan het schip bevestigd. Joore: „Ik zag die oude koffers en kreeg direct een idee.” Cupido: „Marloes kan heel enthousiast zijn. Dan gaan we naar haar oude schuur, waar van alles ligt, en dan ziet ze die koffers en zegt ze: ‘Kijk, dat is leuk.’ En: ‘Dat doen we zo en zo.’” Schuitemaker, overdreven: „Oh kijk! Wat leuk!” Cupido: „De creativiteit borrelt bij haar.”

Maar wat is nou het thema? Samen op reis? Onderweg naar morgen? Joore lacht. „Dat is nog geheim.” Ze pakt een bos troschrysanten die een kweker uit Gelderland bracht: „Hij schonk 1.400 stelen. Toen ik hem bedankte, zei hij: ‘Ik moet jou bedanken.’ Voor hem is het bijzonder om te zien wat er kan met deze chrysant, een retrobloem noem ik het.”

Het Varend Corso is veel tegelijk: Unesco Immaterieel Erfgoed, een feestje voor native Westlanders die barbecues organiseren in hun tuinen aan het water en niet in de laatste plaats: stevige Westland- en bloemisterijpromotie. De ‘Westlanders’, de boten waarmee vroeger bloemen en groenten naar de veiling werden vervoerd, varen nu tussen industriële kassencomplexen en veilinggebouwen.

Joore: „Iets van 500 vrijwilligers maken het varend corso mogelijk, onder wie schippers en figuranten. Dorpen versieren schuiten, er is een jeugdcorso en The Blooming Battle, een wedstrijd voor bloemsierkunstopleidingen.” Ook de vrijwillige brandweer heeft een boot (véél knalrode gerbera’s).

Joore woont in Aalsmeer. Haar moeder was er bloemist en ze groeide op met het Aalsmeerse corso, dat helaas verdwenen is. „Als meisje maakte ik de bloemen ervoor schoon.” Ze heeft een moestuin en verhuurt met haar man foodtrucks. „Hij is cateraar, ik lever groenten en eetbare bloemen.” Ze lacht. „Ik ben gek op bloemen. Als ik langs een veldje loop, moet ik me inhouden om niet te plukken.”

Een bestelbusje brengt paprika’s, rode kolen en tomaten. Joore: „Ik hou van uitdagingen en verrassingen.” Ze kreeg wat budget voor de boot, maar daar gaat het haar niet om. „Hier gaat zoveel tijd in zitten. Het is leuk om te zien wat er kan met de producten en het corso is altijd een feestje. Morgen ga ik op een boot borrelen met bloemisten.”

„Daar komen de bloemkolen”, roept Schuitemaker als Joore over de loopplank wankelt met armen vol groente. Joore: „Dit is echt mijn hobby, m’n ding, m’n alles.”